Nieuwsbrief Mei 2011-1

Verborgen (?) gebreken

 

In de vorige nieuwsbrief attendeerde ik erop dat het gebruik van voedingssupplementen doorgaans weinig toevoegt aan de prestaties van de duiven als deze geen basis gezondheid bezitten. Het valt af te raden hiermee te proberen verborgen gebreken te camoufleren.

Als het duivenseizoen een paar weken onderweg vallen de consultaties, buiten individuele ziektegevallen, globaal te verdelen in een drietal groepen.

 

Allereerst zijn er de routine controles van de duiven van de liefhebbers die op geregelde tijden hun duiven laten controleren op ongewenste parasieten. Daarnaast wordt bij deze duiven de vinger aan de pols gehouden of de gekozen begeleiding niet aangepast moet worden aan (veranderende) omstandigheden. De duiven van de fondspelers controleren we op mandinfecties zodat we ze als de tijd komt op scherp kunnen zetten.

 

Een andere groep van duiven die aangeboden wordt zijn de duiven met (opgelopen) luchtweginfecties. Vaak betreft het de groep van liefhebbers die

als vuistregel hanteren dat ze zelf ook geen aspirine slikken als ze geen hoofdpijn hebben dus hun duiven krijgen pas medicijnen als ‘het zover is’. Na 3-4vluchten is het bij een deel van aanhangers van deze filosofie dan zo ver. Doorgaans zijn deze liefhebbers wel weer op weg te helpen waarbij het evenwel soms noodzakelijk kan zijn om de duiven een week over te slaan . Al naar gelang is dit natuurlijk soms ongewenst. De discussies over korte kuurtjes laait dan vaak ook weer op. Maar ja als duiven echt een luchtwegprobleem hebben zijn korte kuren uit den boze. Dat werkt de resistentie tegen antibiotica alleen maar in de hand.

 

Ik begrijp het dilemma van deze liefhebbers wel maar kan dan alleen maar zeggen dat duivensport topsport geworden is en dat de tijd van de ‘Russische roulette’ achter ons zou moeten liggen. Meestal zie ik deze liefhebbers het volgende seizoen terug ruim voor de vluchten beginnen om te voorkomen dat het hun nogmaals gebeurt. Maar ‘die hards’ blijven er altijd. Toch blijf ik stellen dat voorkomen beter is dan genezen. We kunnen beter voor het seizoen de duiven controleren op latente (verborgen) infecties dan erop gokken dat het tijdens het seizoen allemaal wel mee zal blijken te vallen.

 

 

Een derde groep is de groep van de secund opinions . Hierbij hoop ik altijd dat de liefhebber niet op de bonnefooi op het spreekuur verschijnt maar vooraf een afspraak heeft gemaakt omdat het meestal de groep van de moeilijke gevallen betreft die veel tijd en uitleg vergen.

 

Het betreft liefhebbers die met hun duiven soms al een hele reeks van dierenartsen hebben bezocht in binnen en buitenland en die soms al jaren tegen hetzelfde probleem aanlopen.

Binnen deze groep kun je weer een verdeling maken in diverse probleem-categoriën. In deze nieuwsbrief wil ik me beperken tot de groep waar virusinfecties de mogelijk achterliggende oorzaak zijn.

Deze duivenliefhebbers kunnen een probleem hebben dat al een hele voorgeschiedenis kent. Men hoopt dat ik wel een wondermedicijn heb wat het probleem kan oplossen, zich (nog) niet realiserend dat die stations al gepasseerd zijn.

Als ik bij deze liefhebbers doorvraag blijkt vaak al een heel assortiment van antibiotica de weg in het lijf van hun duiven gevonden te hebben, zoals, Baytril, Soludox, Suanovil, Amoxycilline enz. Sommige hebben hun duiven al geënt zoals men dat dan noemt waarbij dan gedoeld wordt op het injecteren van een antibioticum, meestal voor de luchtwegen. Zonder resultaten.

Als ik vervolgens vraag wat er al aan onderzoek heeft plaats gevonden kan ik te horen krijgen dat de mest afgegeven was voor onderzoek of dat de dierenarts geen geel had gevonden.

Doorgaans is er een middel ingezet wat de voorganger nog niet geprobeerd heeft. De resultaten van deze behandelingen vallen doorgaans iedere keer tegen. Hetzij is er geen resultaat merkbaar geweest of er is vrij snel weer een terugval gezien na de vorige kuur waarna opnieuw geprobeerd werd het tij te keren met een ander middel.

Uiteindelijk raakt men overtuigd dat dit ook niet de oplossing brengt.

 

Dit zijn veelal de echte probleempatiënten. De oplossing ligt niet voor het oprapen en zelfs met gedegen onderzoek is het probleem vaak pas met geduld en veel tijd op te lossen (en helaas soms ook niet). Maar dat is als vloeken in de kerk midden in het duivenseizoen. Want tijd is iets wat er midden in het seizoen niet echt is. Er moet toch een middel te vinden zijn dat wel werkt! Hoor ik dan gedacht worden.

 

Hoe heeft het zo ver kunnen komen?

 

Er kan een ventilatieprobleem achter schuil gaan op het hok. Maar die groep van problemen wil ik hier buiten beschouwing laten. Dat neemt niet weg dat ook bij deze patiënten een matige ventilatie het probleem kan verergeren dan wel de genezing kan vertragen.

(wordt vervolgd)