Nieuwsbrief september 2015

De ruiperiode

De ruiperiode vind ik een van de belangrijkste periodes van het jaar. Voor veel liefhebbers is het een moment dat ze de neiging kunnen krijgen hun blik van de duiven wegnemen en meer tijd richten op het gezin en andere zaken die nodig aandacht verdienen. Een welverdiende vakantie bijvoorbeeld. Dat is te begrijpen natuurlijk en zeker als de prestaties tijdens het vliegseizoen zijn tegengevallen, is het vaak een tijdje moeilijk om nog de motivatie op te brengen om de duiven juist in deze periode de aandacht te geven die ze verdienen. Toch is dit meer dan belangrijk. Onderschatting van het belang van de rui is de opmaat voor teleurstellingen in het volgende jaar. De kwaliteit van het veerwerk hangt mede af van de zorg die tijdens de ruiperiode aan de duiven wordt besteed. Goede voeding, een regelmatig bad en veel lucht en licht (volière) is in deze periode van groot belang. Daarnaast kan men in deze periode regelmatig een goede mineralenmix verstrekken om tekorten in welke vorm dan ook voor te blijven.
Er zijn diverse goede mixen verkrijgbaar. De duiven kunnen dan zoeken en vinden wat ze instinctief nodig hebben. Met name in de ruiperiode is het belangrijk voldoende mineralen ter beschikking te stellen van de duiven.

 

De ruiperiode is een periode van grote tot zeer grote stofwisselingsactiviteit. De lever werkt op hoogspanning om de bouwstoffen die nodig zijn om de nieuwe veren aan te maken in voldoende mate aanwezig te hebben op de plek waar ze nodig zijn. In deze periode dient de lever dan ook goed ondersteunt te worden. Stress dient vermeden te worden. Het is een periode dat rust zou moeten heersen. Alleen op die manier kan men een goede basis leggen voor het komende vliegseizoen.

Sinds jaar en dag adviseer ik een ouderwetse theekuur met muitzaad aan het begin van de rui om het lichaam te helpen zich van oude slakken te ontdoen. Het vergt wel wat inspanning om iedere dag verse thee te trekken, maar men krijgt er ook wat voor terug. Voor de kosten hoeft men dit niet te laten. Het is vaak de motivatie die, zoals gezegd, ontbreekt om dit te doen. Eveneens ondersteunend voor de reiniging van de lever zijn de diverse Chol(ine)producten, zoals Sedochol, Bonychol, Biochol en ga zo maar door. Deze producten bevatten doorgaans ook nog extra Methionine en Lysine en soms Artisjokkenextract. In de ruiperiode adviseren we ook wat vaker de B.M.T uit het basispakket te geven. Naast de vezels die mee helpen om de darm te reinigen bevat het ook eiwitten met onder andere zwavelhoudende aminozuren en vitamines, mineralen en spoorelementen en ten slotte probiotica. Allemaal stoffen waar tijdens de rui een verhoogde behoefte aan kan bestaan.

In deze periode is het van het eveneens belangrijk de handen zo veel als maar kan van de medicijnen af te houden. Medicijnen zijn in principe lichaamsvreemde stoffen die ontgift moeten worden en verwijderd uit het lichaam. Dit alleen al is een goede reden om in deze periode hier van af te zien tenzij het niet anders kan. Zijn er klinische uitbraken van ziekten dan kan men niet anders. Zieke duiven ruien immers ook slecht. Betreft het individuele dieren, behandel de dieren die er last van hebben ook individueel om te voorkomen dat duiven die het niet nodig hebben niet onnodig gekuurd worden. Routinekuurtjes zijn uit den boze. Als men de zaken goed heeft aangepakt heeft men voor de rui nog een controle laten uitvoeren door een duivenarts om te zien of er nog huis- tuin- en keuken ziekten ( Trichomonaden, Coccidiose, wormen en ectoparasieten) aanwezig zijn. Deze kan men dan, indien nodig tijdig aanpakken.

Jonge duiven dient men indien nodig zo snel mogelijk na de laatste wedvluchten waar men aan deelneemt, te behandelen tegen een geelbesmetting als deze wordt vastgesteld. De jongen komen immers kort na de laatste vluchten fors in de rui. Medicatie tijdens de rui is immers ongewenst.

Verschillende medicijnen zorgen toch voor enige tekening in de pennen. Dat kan erop duiden dat de pennen op die plaatsen niet optimaal gevormd worden. Berucht in deze is het wormmiddel mebendazole dat zelfs misvormde pennen kan veroorzaken. Maar ook dimetridazole kon er vroeger wat van. Is er in deze periode onverhoopt sprake van een sterke coccidiose besmetting die behandelt moet worden dan kan men als men voor een medicijn wenst te kiezen het beste enkele dagen Toltrazuril geven. Sulfapreparaten hebben weliswaar, uitzonderingen daargelaten, nog maar een beperkte werking tegen coccidiën maar men kan ze tijdens de rui beter niet verstrekken vanwege hun invloed op de veren. De plaatsen waar de tekening in de veren optreedt zijn doorgaans zwakke plekken in de sterkte van de veren en predisponerende plekken voor veerbreuk. Overigens zijn het niet alleen medicijnen die tekening in de pennen kunnen geven. Het kan ook optreden bij ziekte en door een ondermaatse voeding.

Het verstekken van prebiotica en probiotica is in de ruiperiode een verstandige keuze. Hiermee ondersteunt men de darmen waardoor deze beter kunnen werken en het afweerapparaat wordt, min of meer, ontzien. Door de gift van probiotica en prebiotica wordt het voor ziekteverwekkende bacteriën moeilijker om de overhand te krijgen. Het lichaam komt zo sneller klaar met deze altijd aanwezige bedreigingen. Doordat het lichaam in deze periode geen hulp krijgt bij de bestrijding van de diverse ziekteverwekkers die bij duiven altijd op de loer liggen, blijft het afweerapparaat ook alerter. Deze training van het afweerapparaat is geen overbodige luxe. Om deze reden probeer ik dan ook zo veel mogelijk om bij jonge duiven vanaf het afzetten zo min als maar mogelijk medicijnen te verstrekken. Wat wel belangrijk daarbij is, is de duiven de mogelijkheid te bieden om de ziekteverwekkers de baas te kunnen. Dus een maximale ondersteuning van de afweer op een natuurlijke manier is daarbij op zijn plaats. In de loop der jaren heb ik daartoe een keur aan producten ontwikkeld die veelal op elkaar zijn afgestemd. Als er tijdens het seizoen liefhebbers komen met de mededeling dat ze ons systeem ook eens willen gaan proberen , dan verwijs ik deze doorgaans naar het einde van het seizoen. Het beginnen met een natuurlijke aanpak is niet als het opentrekken van een pakje instant pudding.

Natuurlijke aanpak is ook een andere manier van denken die men zich eigen moet maken. Men moet zich bewust worden van de behoeften van de dieren en bovenal van de behoeften die er bestaan om te zorgen dat de dieren niet ziek worden. Te zeer gaat men er van uit dat het een proces is dat als vanzelf loopt. Voor sierduiven is dat in grote mate zo. Het lichaam zelf is zijn beste heelmeester. Als het de juiste mogelijkheden geboden krijgt lost het lichaam zijn problemen zelf wel op. Maar bij de topsport, die de duivensport is geworden de afgelopen decennia, vallen er steeds meer gaten in de mogelijkheden die het lichaam van de duif heeft om zelf de problemen de baas te blijven. Die mogelijkheden willen we de duif teruggeven middels een natuurlijke ondersteuning. Doen we dat niet dan zijn we verdoemd om met de medicijnpotjes achter de duiven aan te blijven lopen, zoals de afgelopen decennia schering en inslag is geworden. Steeds meer liefhebbers en ook steeds meer artsen beginnen in te zien dat we veel meer preventief moeten gaan handelen om te voorkomen dat de duiven ziek worden. Ik roep dit nu al weer zo’n goede dertig jaar. Maar in een periode dat het gebruikelijk was om voor ieder wissewasje de antibioticumpot als oplossing te hanteren, roep je natuurlijk vooral tegen dovemansoren. Inmiddels is zijn veel artsen noodgedwongen hierdoor ook van standpunt veranderd, simpelweg omdat de overheid het overmatig gebruik van antibiotica als volstrekt ongewenst beschouwd en daar naar handelt.


Wat ook de reden mag zijn van de omslag die nu ook post vat bij andere artsen, de duivensport is er uiteindelijk mee gediend. We moeten af van de situaties op de hokken waarbij alleen middels veelvuldig antibioticum gebruik de duiven nog ogenschijnlijk gezond kunnen worden gehouden. Toch zijn dit meestal maar zwakke broeders die zodra ze onder andere omstandigheden op een hok komen te zitten waar een meer natuurlijkere aanpak voor een gezondere en sterkere duivenstam heeft gezorgd, gelijk door de mand vallen. Vaak zijn deze duiven na enkele maanden dan al weer verdwenen, omdat ze het simpelweg niet redden.


Het doel van de natuurlijk aanpak is de duiven in tijden van verminderde weerstand (en door de extra energie die gevergd wordt voor de aanmaak van het nieuwe verenkleed is de ruiperiode bij uitstek zo’n periode) voldoende slagkracht te geven zodat niet gelijk weer naar de medicijnpot moet worden gegrepen.

Om een goede start te kunnen maken met een meer natuurlijkere aanpak, hebben we een aantal op elkaar afgestemde producten samengevoegd in het zogenaamde Bony Basis pakket. Hiermee is en moet het in principe mogelijk zijn de duiven optimaal te ondersteunen op een natuurlijke manier. Naar wens en behoefte is dit pakket aan te passen, zodat een voor het eigen hok optimaal natuurlijk begeleidingssysteem kan worden opgezet. Geen twee hokken zijn hetzelfde. Op ieder hok kunnen de omstandigheden net weer even anders zijn zodat de accenten net iets anders dienen te liggen. Maatwerk dat is het devies bij het opzetten van een gezondheidsbegeleidingssysteem. Maar gelukkig zijn er steeds meer firma’s die de mogelijkheid bieden voor degene die dat wensen, de natuurlijke weg te kiezen. Er is een keur aan natuurlijke mogelijkheden en middelen besproken die ten gunste van het gezond houden van de duiven kan worden ingezet. Maar met een beetje inspanning kan men ook zelf zijn natuurlijke begeleiding samenstellen.

Als we nu teruggaan naar het verhaal over de rui dan is het nu dus wel duidelijk dat naast rust en het vermijden van stress, ondersteuning van de lever als orgaan voor de ontgifting, in het algemeen, maar ook als producent van de bouwstoffen voor het verenkleed van groot belang is. Het zal ook wel duidelijk zijn, als we bedenken dat voor de aanmaak van veren vooral zwavelhoudende aminozuren belangrijk zijn, deze in ruime mate beschikbaar dienen te zijn. Dat geldt trouwens voor eigenlijk alle aminozuren. Aminozuren zijn de bouwstenen van de eiwitten die bij de aanmaak van de veren nodig zijn. Het is daarom verstandig om eiwitten te verstrekken met een hoge biologische waarde. Dat wil zeggen dat de aminozuren in deze eiwitten snel beschikbaar komen bij de afbraak. Eiwitten met een lagere biologische waarde vergen veel meer energie van de lever om te verteren. Als men tijdens het seizoen te veel eiwitten voert met en lage biologische waarde kan men dit veelal herkennen aan het blauw worden van het borstvlees. De lever vraagt dan om teveel bloed en haalt zo de zuurstof als het ware uit het bloed om te kunnen benutten bij de vertering.

Naast aminozuren is ook de aanvoer van voldoende nucleotiden in deze periode gewenst. Nucleotiden zijn de bouwstenen van het erfelijk materiaal. Er worden tijdens de groei en de rui heel veel nieuwe cellen aangemaakt. Als deze stoffen dan voldoende aanwezig zijn zal het voor het lichaam gemakkelijker gemaakt worden, omdat het werk uit handen genomen krijgt. Critici willen wel eens zeggen dat dit niet nodig is, omdat het lichaam deze stoffen allemaal zelf kan aanmaken. Dat klopt. Maar hier wordt gesproken over hoe zo goed mogelijk te handelen om een rui te krijgen, die de topatleten die onze duiven zo langzaamaan geworden zijn, te optimaliseren.

Wat kunnen we nog doen, als de duiven gezond zijn, om ze zo goed mogelijk door de rui te krijgen?

Naast voldoende aanvoer van zwavelhoudende aminozuren en aminozuren met een hoge biologische waarde is een extra gift van Biotine (Vitamine H) op zijn plaats. Samen met de vitamines uit de B groep verrichten deze vitamines een belangrijke functie bij de vorming van het nieuwe verenkleed. Biergist, bakkersgist en producten zoals B.M.T bevatten in ruime mate vitamines uit de B groep. Biergist kan als een van de beste leveranciers van de B groep worden beschouwd. Daarnaast zijn vitamine A en D en ook E van belang.

Bij de rijkelijke verstrekking van mineralen en spoorlelementen is het vooral van belang dat voldoende zink wordt verstrekt. Ook is het verstandig te zorgen voor de opname van voldoende onverzadigde vetzuren in de ruiperiode. Menige ruimengeling bevat voldoende zaden die onverzadigde vetzuren bevatten zoals lijnzaad, raapzaad en koolzaad. Bij twijfel kan men altijd een oliemengsel met voldoende onverzadigde omega 3 en 6 olie over het voer toedienen. Men kan ook wat extra tarwekiemolie gebruiken om zo natuurlijke vitamine E toe te voegen. Veel kunstmatige vitamine E bevat vaak slechts een soort tocoferol. Hierdoor kan er een tekort ontstaan aan de andere tocoferolen. Door gebruik te maken van een natuurlijke bron van vitamine E heeft men dit probleem niet, omdat deze meestal het hele pallet aan verschillende vormen van vitamine E bevatten.

Hoewel de uitspraak. dat men indien men gezond en goed voer verstrekt voldoende bouwstoffen binnen zal krijgen, zou ik op deze uitspraak in de ruiperiode niet al te zeer meer vertrouwen.

Peter Boskamp