Nieuwsbrief Augustus 2014

Wegblijven van de jongen

De vraag waarom er zo veel jongen achterblijven bij zo veel liefhebbers wordt ons duivenartsen regelmatig gesteld. Er zijn collega’s die de wijsheid in pacht willen hebben en zeggen dat ze absolute oorzaak precies kennen. Dat is in mijn ogen onzin. Er is niet een oorzaak er zijn meerdere oorzaken aan te wijzen. Oude bekenden zoals heldere hemel en oostenwind en inversie ook die kunnen behoorlijk huishouden onder de jongen op een onbewaakt moment. Maar er zijn meer oorzaken. Als we kijken naar de ziekten die een rol spelen zijn er meerdere te noemen. Ook hier zijn er weer een aantal oude bekenden zoals zware geelbesmettingen, luchtweginfecties en ook de ‘coli’. Maar dit is toch wat te algemeen en te gemakkelijk.

Zelf zijn we van mening dat het Herpesvirus een behoorlijke rol speelt bij de verliezen van de jonge duiven. En is het niet rechtstreeks dan toch minstens indirect. Sinds we aan het vaccineren zijn tegen deze ziekte, waarbij de liefhebbers volgens het boekje de duiven twee keer laten enten, is er een duidelijke trend waarneembaar dat de duiven die gevaccineerd zijn minder verloren gaan.

 

De vraag blijft of dit zuiver door de Herpesvaccinatie komt of dat het gegeven dat men op deze manier ook twee keer tegen paramyxo vaccineert (zoals de bedoeling ook is), hierbij net zo een grote, of misschien wel grotere rol speelt. Om dat uit te sluiten zouden we moeten kijken naar mensen die hun jongen uitsluitend twee maal vaccineren tegen paramyxo zoals de bijsluiter voorschrijft. Maar de overgrote meerderheid van de liefhebbers vaccineert slechts een maal omdat het nu eenmaal ‘moet’.
Maar goed, zoals gezegd zien we dus duidelijk een geringer verlies van de jongen bij de duiven die dubbel gevaccineerd worden tegen het Herpesvirus. Dit is gewoon een gegeven.

Maar ook bij dubbel gevaccineerde duiven kunnen de verliezen nog aanzienlijk zijn. Daarbij stellen we dan vaak een aanzienlijke aanwezigheid van de “Pestkopbacterie’ vast. Zowel verleden jaar als ook dit jaar stoppen de verliezen doorgaans na een kuur tegen genoemde bacterie. Op persoonlijke titel meld ik nog dat ik vermoed dat straling voor duiven niet zo onschuldig is als steeds maar opnieuw wordt beweerd door degene die belang hebben hierbij. De afhankelijkheid van apparatuur die straling voortbrengt of afhankelijk is van straling is zo enorm dat het een gegeven is waar we mee zullen moeten leren omgaan. Veranderen kunnen we er niet veel aan.
In het begin van deze eeuw las ik een Duits artikel waarin huisartsen middels onderzoek hadden vastgesteld dat er meer kans op leukemie is bij kinderen in de buurt van stralingsmasten. Best schokkend. Maar er gebeurt vervolgens dan nagenoeg niets. Sterker nog het aantal masten nam en neemt alleen maar toe. Een prijs die we moeten betalen voor devooruitgang.

Al met al zijn er dus een aantal factoren op te noemen die al dan niet alleen problemen kunnen veroorzaken bij duiven, die er voor zorgen dat ze de weg naar huis niet weten te vinden. Tegen sommige factoren valt actie te ondernemen. Tegen andere minder.


Probiotica

Zoals bekend zijn probiotica de zgn. ‘goede darmbacteriën. Prebiotica zijn aan te duiden als de stoffen die helpen om de goede darmbacteriën helpen groeien. We onderscheiden diersoort specifieke probiotica en probiotica van andere diersoorten. De diersoortspecifieke probiotica komen voor bij de betreffende diersoort. Het voordeel van het verstrekken van deze probiotica is dat deze zich nestelen in de darm. De andere probiotica hebben wel een positieve invloed in de darm maar worden veel meer met de ontlasting uitgescheiden.

Veel liefhebbers stellen me de vraag of het verstrekken van probiotica nodig is. Het antwoord is simpel. Op water en voer kunnen de duiven goed leven. Maar een sportduif moet in deze tijd een optimale prestatie neer kunnen zetten. Om dat te kunnen bereiken moeten de omstandigheden al meer dan optimaal zijn.
Probiotica zijn dus goede darm bacteriën. Zo lang deze in de darm in de meerderheid zijn zullen ziekteverwekkende en andere schadelijkere darmbacteriën minder kans krijgen. Het is een kwestie van competitie. Naarmate de darmflora sterker is krijgt ziekte geen kans. Het verstrekken van probiotica valt dus onder de noemer preventieve gezondheidszorg. Daarnaast zijn probiotica belangrijk om na het verstrekken van antibiotica de darmflora weer sneller op peil te krijgen. Antibiotica vernietigen niet alleen de slechte en ziekteverwekkende bacteriën maar ook de goede darmflora. Indien snel herstel na een noodzakelijke antibioticumkuur gewenst is, kan het geven van probiotica hieraan een bijdrage leveren.

Pokken

In Topwings heb ik deze maand een artikel geschreven over pokken. We zxien de pokken, zeker dit jaar, steeds meer. De echte uitgesproken gevallen waarbij de duiven compleet ‘dichtgroeien’ zien we gelukkig minder. In de tijd dat de Ovo-peristerin nog verkrijgbaar was leek het alsof er minder pokken voorkwamen.
Deze week kreeg ik de vraag gesteld of liefhebbers waarvan bekend is dat ze pokken op hun hok hebben hun duiven gewoon mogen korven die nog geen verschijnselen hebben. Pokken hebben een incubatieperiode van ca 6-20 dagen. Dat betekent dus dat duiven, ook al hebben ze geen verschijnselen, toch drager van het pokkenvirus kunnen zijn. Dat betekent dus ook dat deze duiven zodra ze ingekorfd worden, ook al hebben ze geen verschijnselen, de andere duiven in de duivenmanden kunnen aansteken.
Iedere liefhebber die duiven met pokken heeft op zijn hok zou dus alleen al uit collegiale overwegingen geen duiven moeten willen zetten, wetende dat hij zo de oorzaak van verspreiding kan zijn. Zodra er een noodenting heeft plaatsgevonden en er treden ca 10 dagen lang geen nieuwe gevallen op met pokken dan is men redelijk safe met betrekking tot de verspreiding van het virus.

Bij een noodenting kunnen de reeds besmette duiven sneller verschijnselen gaan vertonen. Bij een noodenting geef ik er de voorkeur aan om de duiven per injectie te vaccineren. Er ontstaat dan namelijk geen entreactie op poot of borst waardoor de kans op het ontstaan van entpokken ook kleiner is.
We krijgen na enting op de poot of de borst na ca 2 weken nog wel eens melding van pokken ondanks enting. Het betreft dan veelal slechts een enkele pok en vaak dan ook nog eens in de bek. Dit treedt dan op bij een enkele duif. We hebben hier te maken met entpokken. De reactie die de momenteel beschikbare entstof kan veroorzaken kan nog al eens heftig zijn. Zelf adviseren we toepassing op de borst niet te doen. Een liefhebber had ooit eens een zulke sterke entreactie dat meerdere duiven de vleugel aan de entkant lieten hangen.

Ruiperiode

De prijzen van het nieuwe jaar worden in de rui gemaakt. De aanleg van het nieuwe verenkleed vraagt om optimale zorg. In de ideale situatie vindt na de laatste vluchten een controle plaats van de gezondheid van de duiven. Eventuele geelbesmettingen worden weggewerkt en dan kan alle aandacht zich richten op de grote rui.
Om deze rui te ondersteunen is een groot aantal middelen beschikbaar. Een goedkope maar daarom niet slechte aanpak is het verstrekken van een kuur van een week met een goede duiventhee om het lichaam te helpen reinigen. 

Een alternatief hiervoor zou de Bony Basis T (inctuur) kunnen zijn. Dit product is vrij nieuw maar heeft al een stevige plaats in ons gamma ingenomen. Het bevat de inhoudstoffen van veel kruiden die bijdragen aan de reiniging van het lichaam aangevuld met krachtige anti-oxidanten. De Basis T kan men ook een week verstrekken.
Een goede verdere ondersteuning tijdens de rui kan dan bestaan uit B.M.T, Bonychol of Sedochol en rui vitamine. Deze combinatie moet de duiven optimaal door de rui helpen.
(Deze maand bieden we deze ruicombinatie aan voor 55,--; Ruivitamine, Bonychol, B.M.T en Basis T)

Succes,

Peter Boskamp