Nieuwsbrief april 2015

Schimmels en gisten

Er zijn ziekteverwekkers bij duiven die we enerzijds niet moeten bagatelliseren, maar waarvan we het belang anderzijds ook niet van moeten overschatten. Schimmels en gisten vormen hiervan een voorbeeld.

Ik las een tijdje terug een artikel van een microbioloog die stelde dat als alle leven op aarde ver uitgeroeid zou zijn, de schimmels en gisten er nog wel zouden zijn. Het zijn in wezen de puinruimers van de natuur. Ze zijn alom aanwezig en steken waar ze kunnen hun kop op. Een groot aantal gisten en schimmels spelen een rol in de voedingsindustrie, maar ook in de geneeskunde, denk bijvoorbeeld aan de penicilline producerende schimmels van het genus Ascomycetes. Paddestoelen als Champions, Maitake enzovoort worden ook tot de schimmels gerekend. De paddenstoelen vormen trouwens maar een klein deel van de schimmel. Het zijn de vruchtlichamen van de schimmel. De rest van de schimmel zit in de vorm van schimmeldraden onder de grond. De tak van wetenschap die zich bezig houdt met de schimmels wordt mycologie genoemd.

 

Schimmels komen dus in alle soorten en maten voor. Men staat verbaasd als men in een gereinigde ruimte, die normaal verwarmd wordt, een petri-schaal met een sabouraud-agar ( dit is een groei medium voor schimmels) korte tijd open zet, zodat de schimmelsporen die in de lucht zweven op de schaal terecht kunnen komen. Als men een dergelijke schaal dan enige tijd in een broedstoof zet dan ziet men tot zijn verbazing een ruim assortiment aan schimmels die zijn gaan groeien. Het hoeft dan geen betoog wat voor resultaat een soortgelijke test oplevert zodra men dit herhaalt op een enigszins nat en kil duivenhok. Nu zijn lang niet al die schimmels ziekteverwekkend. Maar niet te min komen deze schimmels deels ook bij de duiven binnen. Onder andere in de krop. Duiven kunnen zo ook ziekteverwekkende schimmels en gisten oplopen. De Candida Albicans is hier eentje van. Er zijn meer dan 200 Candidasoorten. Maar alleen de Candida Albicans wordt in verband gebracht met ziekte bij mens en dier. Bij onderzoek van de krop, maar ook van de mest kan deze gist ook bij duiven gevonden worden. Deze duiven hoeven hier niet direct ziek van te zijn of worden. Deze gist wacht gewoon zijn tijd af tot het moment waarop de omstandigheden gunstig worden voor verdere ontwikkeling.

Als het zijn kans krijgt zal de gist die dan ook zeker niet voorbij laten gaan. In een gezond krop- en darmmilieu zullen andere goede darmbacteriën het deze gisten in competitie moeilijk maken. Zolang dit evenwicht in tact blijft is er nog niet zo veel aan de hand. Antibiotica verstoren dit evenwicht echter. De goede darmbacteriën die bij een kuur ook sneuvelen kunnen een sterke vermeerdering van de Candida hierdoor dan ook minder tegenhouden. Dit is dan ook de reden dat na een antibioticumgift soms infecties met Candida Albicans en andere schimmels en gisten kunnen gaan optreden. Deze infecties kunnen best hardnekkig zijn. De weerstand van de duiven is immers ondermijnd door de ziekte die aanleiding was tot het geven van een antibioticumkuur.

Deze weerstand wordt nog eens extra ondermijnd door de gedeeltelijke vernietiging van de goede flora in de krop en in de darm. De infectie met de gisten zal de weerstand dan ook geen goed doen. Nu heeft deze gist Candida Albicans ook nog eens de potentie om een zogenaamd mycelium te vormen. Dat is een netwerk van schimmeldraden. Deze schimmeldraden kunnen bij een sterk verminderde weerstand het hele lichaam overspoelen. Het hoeft geen betoog dat patiënten die hieraan ten prooi vallen het moeilijk zullen hebben om zich hier goed te weer tegen te stellen. Op het oog zijn het nog normale duiven. Maar wat prestaties betreft zullen ze heel snel tekort kunnen gaan schieten. Deze duiven zullen moeilijk in vorm kunnen komen. De reden hiervoor is simpel .In zijn pogingen om de schimmels de baas te worden zal het afweerorgaan van de duif om extra energie vragen om zo zijn werk goed te kunnen doen. Energie die naar de afweer moet stromen kan niet ook nog eens gebruikt worden om vorm te krijgen.

Er zijn daarnaast ook schimmels die giftstoffen produceren die belastend kunnen zijn voor de lever. Dat op zich is ook al vormremmend. Een van de symptomen die bij schimmelinfecties kan optreden is vermoeidheid. Dit is bij duiven moeilijk meetbaar. Maar is wel terug te zien in verminderde trainingslust en slechte vluchtprestaties. De cirkel is dan ook weer snel rond. Immers de duiven die verzwakt zijn door een schimmelinfectie zullen in de manden ook weer sneller een andere infectie oplopen. De spiraal naar beneden is ingezet. Omdat er niet direct aan een schimmelcomponent wordt gedacht maar vooral aandacht is voor de verschijnselen van bijvoorbeeld de luchtwegen die optreden na de vluchten wordt al snel weer besloten tot het verstekken van een nieuwe kuur voor die problemen. Niet beseffend dat de problematiek hierdoor allengs groter kan worden. Af en toe is er een (vaak jonge) duif met beslagen in de bek. Dit kan echter soms ook voorkomen bij Herpesvirusinfecties en sterke geelbesmettingen. Bij beslagen in de bek moet men deze oorzaken dan ook eerst uitsluiten. Candida komt immers ook voor bij gezonde duiven. Bij een Candida infectie kan men grote hoeveelheden Candida kweken uit de krop. Middels cytologisch onderzoek van een uitstrijkje van de krop zijn bij heftige infecties deze gisten ook massaal aan te tonen.

Het overmatig gebruik van antibiotica kan ook aanleiding geven tot het ontstaan van darmcandidiasis. Deze duiven hebben vaak een belabberde weerstand door de heftige verstoring van de darmflora. Dit kan dan weer leiden tot het ontstaan van andere infecties. De liefhebber zal deze vaak met antibiotica proberen te bestrijden, met alle ongewenste gevolgen van dien. Het vergt tijd om uit deze vicieuze cirkel te ontsnappen. Tijd die men tijdens het vliegseizoen veelal niet heeft of wil nemen.

Behandeling

Indien een ernstige Candida Albicans infectie wordt vastgesteld bij duiven, dan dient men zich goed te realiseren dat het veelal om een secundaire aandoening handelt. In deze gevallen dient men dan ook op zoek te gaan naar de primaire oorzaak. Zoals vermeld kan een overmatig gebruik van antibiotica de groei en ontwikkeling van deze gisten ook ruim baan geven. Dit zou voor de liefhebber die hiermee geconfronteerd wordt een wake-up call moeten zijn dat hij wel eens heel verkeerd bezig zou kunnen zijn. Vaak betreft het duiven waarbij getracht wordt (tijdens het seizoen) luchtwegproblematiek met herhaalde antibioticakuren te bestrijden, zonder daarbij voldoende aandacht te schenken aan de ondersteuning van de lichaamseigen afweer van de duiven. De noodzaak van deze kuurtjes is dan vaak gelegen in de verluchting op de hokken. De slechte verluchting zorgt voor het herhaald optreden van luchtwegproblemen. De oorzaak hoeft dan in het geheel niet gelegen te zijn bij infecties van de luchtwegen. Natuurlijk zal de slechte verluchting op hokken eerder aanleiding zijn tot infecties van de luchtwegen bij de duiven, maar dat hoeft geen regel te zijn. Voor deze liefhebbers is het regelmatig geven van luchtwegkuurtjes welhaast noodzakelijk om ‘mee te kunnen blijven doen’. Het is echter juist dit overmatige en ondoelmatige gebruik van antibiotica wat de weg vereffend voor de ontwikkeling van dit soort gistinfecties. De weg naar beneden wordt hierdoor ingezet.

Veelal is het voldoende om de weerstand van de duiven te ondersteunen om de gistinfecties terug te dringen. Oude middelen als Lugol of andere jodiumhoudende preparaten kunnen hierbij hun diensten bewijzen. Er zijn ook ontsmettingsmiddelen die bij kropinfecties hun nut bewezen hebben.
Er zijn natuurlijk ook schimmeldodende middelen. De zgn. antimycotica. Nystatine is hier een van. Hoewel dit product goed werkt gaat mijn voorkeur er naar uit om dit niet te pas en te onpas in te zetten, zoals ik in de praktijk soms zie gebeuren. Er zijn immers niet al te veel antimycotica. Door het overmatig gebruik van deze middelen voor infecties die ook op andere manieren nog makkelijk te genezen zijn, lopen we het risico dat we in de nabije toekomst ook hier te maken krijgen met een toenemende resistentie tegen deze middelen.

Een ongewenste situatie.

De praktijk leert dat jodiumbevattende kruidendranken, die daarnaast de weerstand vaak ook ondersteunen net zo effectief zijn als diverse antimycotica. Immers de antimycotica nemen de schimmels weliswaar weg maar laten vaak de primaire oorzaak van de problematiek ongemoeid. De primaire oorzaak geeft juist aanleiding tot een vermindering van de weerstand waardoor de schimmelinfectie is kunnen ontstaan. Wil men een schimmelinfectie met medicijnen bestrijden, dan dienen deze vaak langdurig toegediend te worden voordat ze afdoende effectief zijn. De toepassing van Nystatine kuurtjes zoals ik dit in de praktijk zie toegepast worden zijn vaak kortstondig en daardoor het risico van resistentievorming verhogend. Mijn advies, met het oog op het risico van resistentie tegen dit middel, is dan ook om Nystatine niet te pas en te onpas te gebruiken in preventieve kuurtjes, zolang andere opties nog open liggen.

Moraal van het verhaal:

Gistinfecties kunnen problemen veroorzaken, maar op het gemiddelde hok valt dit wel mee. Problemen doen zich meestal pas voor bij langdurig onverantwoord antibioticumgebruik waarbij de weerstand van de duiven ook in de darm ondermijnd wordt. Heeft men met deze problematiek te maken dan dient men de tijd te nemen om deze vicieuze cirkel te doorbreken door de darmflora te ondersteunen met prebiotica en probiotica. Ook jodiumhoudende kruidendranken kunnen hierbij hun diensten bewijzen. Het gebruik van Nystatine zou beperkt moeten blijven tot probleemhokken die op andere manieren niet meer te helpen zijn. Oog voor de achterliggende (verluchtings) problematiek die bij de gevallen van overmatig antibioticum gebruik als oorzaak van deze Candida-infecties zijn aan te wijzen, mag niet ontbreken. Goede desinfectie van het hok mag evenmin ontbreken bij de behandeling van dit probleem.


Succes,

Peter Boskamp