Nieuwsbrief maart 2015

Staphylococcen

In de duivensport spelen een aantal bacteriële infecties een belangrijke rol. Deze infecties kunnen bij duiven behoorlijke klinische verschijnselen geven die veel duiven kunnen aantasten. De meeste studieboeken staan vol met deze infecties. Minder aandacht krijgen die infecties waarbij de klinische verschijnselen doorgaans wel meevallen, maar die tijdens het vluchtseizoen de conditie en het prestatieniveau van de duiven behoorlijk negatief kunnen beïnvloeden. Maar juist doordat ze doorgaans weinig verschijnselen geven wordt het belang ervan vaak gebagatelliseerd. Niet geheel terecht, zeker als we bedenken dat het ongeremd toedienen van antibiotica bij deze infecties vaak juist contraproductief lijkt te zijn. Reden genoeg om een van deze infecties hier te bespreken: de Staphylococ.

De Staphylococcus aureus is een bacterie die we kunnen waarnemen bij duiven die kreupel zijn door een dikke ondervoet of niet kunnen vliegen als gevolg van een ontsteking in een gewricht. De liefhebbers gaan dan meestal gelijk uit van een besmetting met de Salmonella bacterie maar dat is dus niet altijd juist. Deze gewrichtsontstekingen kunnen heel hardnekkig zijn en dienen met een gericht antibioticum behandeld te worden. Liefs na het verrichten van een gevoeligheidstest. Deze bacterie laat zich vaak maar moeilijk afdoden onder praktijkomstandigheden. De gewoonte van veel liefhebbers om slechts gedurende een of enkel dagen antibiotica te willen geven in deze gevallen werkt dan doorgaans ook niet. Om dergelijke problemen de baas te worden dient voldoende lang een antibacteriële therapie te worden toegepast. De Staphylococ is een bacterie die graag aanleiding geeft tot pusvorming. Ook dat draagt bij aan de hardnekkigheid van de infectie.

We doen veel bacteriologisch onderzoek in de kliniek en een bacterie die daarbij vaak wordt gevonden in de sinussen van de neus en elders is de Staphylococcus intermedius. De duiven hoeven hierbij totaal geen klinische verschijnselen te vertonen. Sommige duiven hebben evenwel last van wat snot in de neus en sinussen.

Duiven met deze bacterie in de luchtwegen kunnen er ’s winters als plaatjes op staan. Ze veroorzaken dan geen ziekteverschijnselen.
Ik heb al vaker geschreven dat duiven beschouwd kunnen worden als een verzamelvat van allerlei luchtweg- en andere infecties. Veel van deze infecties kunnen deze duiven symptoomloos bij zich dragen. Zo ook dus deze. De problemen ontstaan pas als de omstandigheden gunstig worden voor deze normaal nauwelijks ziekteverwekkende kiemen.

De staphylococcus intermedius is zo’n kiem. Hoewel deze bacterie dus in veel gevallen niet ziekmakend is voor de duif in directe zin, speelt deze bacterie wel degelijk een rol bij de duiven in het vliegseizoen. Zodra de infectiedruk van deze bacterie een bepaald niveau heeft bereikt zal de conditie van de duiven eronder gaan lijden en zullen de duiven de vorm die ze zouden moeten kunnen bereiken, niet meer halen.

Deze bacterie steekt dus vooral de kop op als probleemveroorzaker als de omstandigheden gunstig worden. We moeten dan denken aan andere infecties die de luchtwegen van de duiven kunnen aantasten. Maar niet alleen andere infecties kunnen hierbij een rol spelen. Ook stof op het hok, vochtigheid, tocht, hygiëne, overbevolking, temperatuurschommelingen enzovoort. Kortom het hokklimaat speelt daarbij een belangrijke rol. En tenslotte is ook het weerstandsniveau van de duif een belangrijke factor bij het al dan niet aanslaan van deze infectie. Er zijn dus een aantal factoren die in elkaar moeten grijpen om de infectie tot een succes voor de bacterie te maken en een probleem voor de melker.

Ik krijg nog al eens onderzoeksresultaten van Duitse collega’s onder ogen die bij iedere vaststelling van deze bacterie gelijk naar antibiotica grijpen om een kuur van een week of langer voor te schrijven. Gentamycine wordt daarbij vaak als medicijn ingezet. Nu is dit een van de zogenaamde Macroliden die slecht via de darmwand worden opgenomen. Het is dan ook zeer de vraag wat deze behandeling als resultaat oplevert. Als mij op beurzen dan gevraagd wordt of men dient te kuren, dan wijs ik dit doorgaans af. Ik adviseer antibiotica achterwege te laten en het kruit droog te houden. Daarnaast adviseer ik vooral om de algemene weerstand van de duiven te ondersteunen en de aandacht ook zeker te richten op het hokklimaat. Dit levert dan vaak fronsende blikken op, omdat men immers het advies heeft gekregen om wel te kuren. Indien men dan op de volgende beurs weer aan de stand verschijnt dan hoor ik vaak dat men een heel goed seizoen heeft gehad, ondanks dat men de geadviseerde kuur niet heeft gegeven.

Het gros van de liefhebbers kuurt natuurlijk wel. Kuren met antibiotica is immers ingeburgerd geraakt de laatste decennia. En van oude gewoontes is vaak slecht af te komen. Het probleem met een antibioticumkuur tegen Staphylococcen is dat ze in theorie goed zouden moeten werken, zoals het gemaakte antibiogram aan kan geven. De praktijk is echter weerbarstiger. Deels komt dit omdat men veel te kort kuurt om deze bacterie echt pijn te kunnen doen. Maar ook het aantal antibiotica die tegen deze kiem werken is slechts beperkt. De korte kuurtjes met vaak nog niet de beste middelen dragen er aan bij dat de resultaten van de kuren in de praktijk tegenvallen. De liefhebber ziet slechts korte tijd verbetering van de vluchtprestaties, waarna de problemen hernieuwd op zullen treden. Midden in het seizoen is dit voor de liefhebbers uitermate frustrerend en kan aanleiding geven tot een overmatig kuren met middelen die nauwelijks of niet werken. Er zijn altijd wel een Jan, Piet of Klaas te vinden die roepen dat ze dan dit of dat moet proberen, omdat ze zelf resultaat hadden ermee of op zijn minst iemand kennen die er baat bij had. Het paard staat dan al achter de wagen. Het dweilen met de kraan open is begonnen. Veelal wordt het van kwaad tot erger. Menige liefhebber neemt dan uit arrenmoede afscheid van zijn duiven om dan na enige tijd met nieuwe duiven hetzelfde probleem weer tegen te kunnen komen. Niet zo vreemd omdat het meestal hetzelfde hok betreft waar de nieuwe duiven op gehuisvest worden.
Wat zien we bij een Staphylococcenprobleem in de praktijk? Duiven die als jong heel goed kunnen presteren, als jaarling al beginnen tegen te vallen en als oude duif het veelal laten afweten.

Blind kuren is in dit soort gevallen een garantie voor mislukking op de lange termijn. Bij dit probleem moet allereerst gekeken worden of er nog andere infecties een rol spelen. Nadat de bacterie is geïsoleerd dient er beslist een gevoeligheidstest te worden gedaan waarbij vastgesteld dient te worden welke middelen nog werken. In de praktijk geef ik de liefhebbers met dit probleem dan doorgaans dit middel niet mee. Dat klinkt misschien gek, maar het is niet alleen geld weggooien, het is ook de laatste reddingsboei om zeep helpen. Mijn advies in deze gevallen is doorgaans te zeggen, als men midden in het seizoen bij me komt, dat het lopende seizoen afgeschreven dient te worden. Dan kan het immers alleen maar meevallen als er nadien toch nog prijzen gemaakt worden. Belangrijker is het om de klimaatomstandigheden op het hok aan te pakken. Een goede ontsmetting met Koudijs of Virkon S is dan op zijn plaats. De vinger dient aan de pols gehouden te worden voor andere infecties. Bovenal dient echter de algemene weerstand van de duif hersteld en ondersteund te worden. Op die manier is op termijn deze problematiek aan te pakken en op te lossen. Want het is vooral de chronische ondermijning van deze algemene weerstand die de problemen die niet hadden hoeven te ontstaan, naar boven heeft gehaald.

De beste tijd om deze problematiek grondig aan te pakken is dan ook het najaar. Immers er zijn dan geen vluchten. De infectiedruk kan daardoor verminderen. Ook van andere ziekten. Ruim voor het seizoen dient dan een controlekweek te worden verricht om de effecten van de opbouwende aanpak te evalueren. In de praktijk zien we dan heel vaak dat de multiresistentie Staphylococcen het veld geruimd hebben zonder antibiotica. De infectiedruk is doorgaans sterk verlaagd. In incidentele gevallen dient dan toch alsnog met antibiotica gekuurd te worden. Voldoende lang en met het meest geschikte middel volgens het antibiogram. De effecten van dergelijke kuren zijn dan veel effectiever dan zonder ondersteunende aanpak. De ondersteuning heeft de duiven in een dergelijke conditie gebracht dat ze deze infectie dan wel kunnen overwinnen.

Moraal van het verhaal: Staphylococcen zijn geen verwekkers die men als een dolle stier te lijf moet willen gaan met antibiotica. Zeker niet met korte kuurtjes. Deze bacterie is daar veel te slim voor. Het antibioticum alleen legt het af tegen deze kiemen. Een doelgerichte ondersteunende aanpak is op termijn veel effectiever.


Succes,

Peter Boskamp