Nieuwsbrief Juli 2013

Jonge duiven problemen

De laatste weken zijn er overal wel weer problemen met de jonge duiven die dan door menigeen aangeduid worden als Adeno of Coli of Adenocoli. Deze ziekte kwam vroeger als zelfstandige ziekte veel voor. We zagen de problemen die dit virus veroorzaakt al eind jaren tachtig .

Maar in tegenstelling tot wat we nu zien waren deze infecties destijds met de juiste medicatie snel verleden tijd. Een zuivere Adeno-infectie was na 4-5 dagen doorgaans voorbij. Er werd slechts medicatie verstrekt om de secundaire infecties te bestrijden.

Van verschillende kanten werd me gevraagd hier toch ook in de nieuwsbrief bij stil te staan. Voor dat ik dit doe eerst enkele opmerkingen over de weerstand.

Zoals ik in eerdere nieuwsbrieven al aangaf zijn veel duiven dragers van ziektekiemen zonder dat deze ogenschijnlijk problemen hoeven op te leveren.

We vinden deze ziektekiemen bij ogenschijnlijk gezonde duiven. Het is volstrekt een illusie te denken dat men al deze ziektekiemen kan uitroeien door de dieren vol te stoppen met antibiotica.

Toch is zelfs het beleid van de overheid in sommige gevallen hier wel op gericht. Zo dienen dierenartsen in Nederland zodra ze Chlamydiae bij een duif vaststellen dit te melden bij de overheid en een behandeling in te stellen met Doxycycline gedurende minimaal 35 dagen. De overheid komt dan controleren of deze infectie daarna weg is. Grote kans dat de infectie daarna weg is. Maar helaas is de kans op her-besmetting in de manden eerder regel dan uitzondering. En toch hoeven de duiven er dan niet weer ziek van te worden.

Ik heb duiven gezien die door collegae op een dergelijke kuur getrakteerd waren. Droge pluimen en conditieloze duiven kreeg ik in de hand na deze lange kuur. Dat neemt niet weg dat het onder bepaalde omstandigheden wel degelijk noodzakelijk is om te kuren tegen deze en andere aandoeningen. Maar het is , zeker in het speelseizoen, belangrijk het gezonde verstand te blijven gebruiken. Te veel antibiotica kunnen duiven totaal uit vorm brengen.

Bij routine onderzoek kunnen we ook het Adenovirus aantreffen bij duiven die totaal geen ziekteverschijnselen vertonen. Hetzelfde zien we bij het Paramyxovirus en het Herpesvirus, maar eveneens ook bij de aanwezigheid van vele potentieel ziekte verwekkende bacteriën bij de duif.

Of er wel of niet ziekte op gaat treden is in deze gevallen veelal afhankelijk van de omstandigheden. Zo kunnen duiven in de winter als plaatjes uitzien terwijl dezelfde duiven vroeg in het seizoen al tegen luchtwegproblemen aanlopen. Hetzelfde zien we bij jonge duiven, al dan niet verduisterd die kogelrond kunnen zijn en blank van vlees. En toch zijn ze na een enkele keer in de mand, al dan niet met andere duiven, ziek. Hetzelfde kan gebeuren na een enting. Vaak krijg ik dan de vraag hoe dat kan.

Duiven verkeren dan veelal in een labiel evenwicht met de aanwezige ziekteverwekkers en het niveau van de afweer kan op enig moment onvoldoende zijn om de duiven zich te weer te kunnen laten stellen tegen de belagers. Het evenwicht raakt dan verstoord.

Brengen we deze duiven (ongewild) onder stressomstandigheden dan kan de balans doorslaan en kunnen deze ogenschijnlijk gezonde jongen plotsklaps ziek worden.

Doordat een aantal duiven dan ziekteverwekkende kiemen of virussen bij zich dragen, kunnen deze hun kansen grijpen. Met als resultaat ziekte.

Het moge duidelijk zijn dat zodra het niveau van de afweer hoog genoeg is de kans dat dit scenario zich ontvouwt kleiner wordt. Immers de kans hierop wordt groter naarmate de weerstand van de dieren beperkter is. Dit kan ook veroorzaakt worden door de aanwezigheid van het Circovirus. Dit virus verzwakt met name bij jonge duiven de afweer zodat de mogelijkheden voor de duif om zich tegen ziekteverwekkers te weer te stellen kleiner wordt.

Als bij een aantal liefhebbers de mogelijkheid geboden wordt aan de virussen en ziektekiemen zich te ontwikkelen, dan neemt de infectiedruk in rap tempo toe. Bij deze nieuwe situatie waarbij de infectiedruk toeneemt worden ook duiven die normaal gesproken een redelijke weerstand bezitten vatbaarder voor dit soort infecties. En dan trekt een virusinfectie als het Adenovirus of het Herpesvirus vervolgens verder door een gehele vereniging.

Deze ontwikkeling herhaalt zich jaar naar jaar. Wat we in de kliniek waarnemen is dat er momenteel vaak twee of meer virussen samen een probleem vormen bij de duiven. Bijvoorbeeld het Herpes of het Adenovirus of het Paramyxo en het Adenovirus. Daaroverheen komen dan ook nog eens secundaire bacteriële infecties die het beeld verder vertroebelen en de herstelperiode verder verlengen.

Tegen de virussen in curatief weinig te ondernemen, het lichaam zal het zelf moeten doen. Tegen de bijkomende bacteriële infecties kan gekuurd worden. En zeker ten tijde van de jonge duiven vluchten worden deze kuren veelvuldig voorgeschreven en aan de duiven verstrekt.

Juist de ontwikkeling dat men met meerdere infecties tegelijk te maken heeft, maakt dat we niet meer eenvoudig kunnen spreken van Adenocoli . De laatste jaren is er dus meer sprake van menginfecties die het oplossen van het probleem soms drastisch kunnen vertragen, tot grote frustratie van zowel liefhebber als dierenarts. We zien dus ook sterfgevallen optreden bij de duiven die een gevolg zijn van deze combinatie van infecties. Er zijn de afgelopen maand diverse regio's geweest waar dit gebeurde.

Nu zal menigeen die bovenstaande gelezen heeft denken...dat weet ik allemaal wel... Gek genoeg wordt er desondanks maar weinig gedaan met deze wetenschap. Ieder jaar opnieuw wordt door menige liefhebber afgewacht of de misère aan het eigen hok voorbij zal gaan. Alsof mijn Russische Roulette speelt.

We zien dus dat er meerdere infecties de weerstand van de duiven kunnen ondermijnen en dat dit bij kan dragen aan de mate waarin men last krijgt van de infectie die we dan van oudsher aanduidden als Adenocoli. Omdat het in de meeste gevallen al lang niet meer handelt om een eenvoudige Adeno infectie is het beter om te spreken van Jonge duivenziekte.

Zoals gezegd wordt door menige liefhebber afgewacht in de hoop dat de ziekte dit jaar de eigen deur voor bij gaat. Gelet op de meerdere infecties die een rol spelen bij het ontstaan van de ziekten zijn er toch een aantal dingen die men zelf kan doen om de infectie voor te blijven.

Tegen de infecties waar men tegen kan vaccineren moet men bij voorkeur vaccineren. Het is dan weliswaar niet zo dat men daardoor de ziekte Adeno zelf kan voorkomen , maar door de bescherming tegen deze ziekten van bacteriële en virale oorzaak te optimaliseren middels enting, zorgt men er voor dat het afweerorgaan van de duif ammunitie over houden kan om de daadwerkelijke aanval van het Adenovirus beter te doorstaan. Als we daarbij in het achterhoofd houden dat we de laatste jaren vaker meerdere virussen bij duiven kan aantonen is dit zeker geen overbodige luxe.

Zoals bekend kan men tegen middels een combinatie-enting vaccineren tegen zowel paramyxoviruse als het Herpesvirus. De liefhebbers die hun duiven op deze manier hebben laten vaccineren zijn in grote meerderheid heel tevreden over de enting. Voor een goede opbouw van de afweek ent men bij voorkeur twee maal. Veel liefhebbers enten slechts eenmaal tegen paramyxo alleen omdat dit verplicht is. Waarschijnlijk zouden deze hun duiven niet meer vaccineren zodra de verplichting zou worden opgeheven. Een deel van deze duiven heeft na een enting het virus toch nog aantoonbaar bij zich ofschoon deze duiven hier niet ziek van hoeven te zijn in de zin dat ze klinische verschijnselen vertonen. Wat kan gebeuren is dat de duiven maar een matige vorm kunnen ontwikkelen en tijdens de vluchten te kort schieten om goed in de prijzen te vliegen.

De tijd dat men kan volstaan met een enkele enting tegen Paramyxo is in zekere zin voorbij als men zeker wil zijn dat het virus uit de koppel verdwijnt.

De enting tegen herpes lijkt de infectiedruk van dit virus te kunnen terugdringen als men ook tegen deze ziekte twee maal vaccineert. Uit de praktijk wordt steevast melding gemaakt van een afname van de luchtwegproblemen.

Een van de fabrikanten van de combinatie-entstof tegen Paramyxo en Herpes is druk doende een vaccin te ontwikkelen dat ook moet helpen tegen de besmetting met het Adenovirus. De praktijk zal moeten gaan bewijzen dat het doet wat het moet doen.

Middels deze vaccinaties kan men preventief handelen tegen de virussen die helpen de weerstand van de duiven te verlagen.

Preventief kan men daarnaast de jonge duiven extra ammunitie meegeven door de jongen middels preventieve gezondheidszorg een optimale weerstand mee te geven. Er zijn meerdere firma's die hiervoor producten ontwikkeld hebben die in meerdere of mindere mate bijdragen aan de verbetering van de weerstand. Bony Farma heeft zo een Basis-systeem samengesteld wat tot doel heeft hier een bijdrage aan te leveren. Geadviseerd wordt de jongen vanaf het afzetten hier mee te verzorgen. De praktijk leert dat ze minder gevoelig zijn voor de kinderziekten die de duiven treffen zodat ze uiteindelijk sterk uit de startblokken kunnen komen als het seizoen begint.

14 dagen voor dat de opleervluchten beginnen doet men er goed aan de jonge duiven te laten controleren op de aanwezigheid van aandoeningen die de weerstand verder om laag kunnen brengen zoals wormen, coccidiose, trichomoniasis en luchtweginfecties. Waar nodig kan men dat gericht ingrijpen.

Ik adviseer de duiven dan gedurende een week teven Bony SGR te geven.

Op die manier kan men met een rijdende trein aan de start verschijnen met een redelijke weerstand waardoor de infectiedruk van het Adenovirus minder vat krijgt op de duiven. Helaas doet menig liefhebber weinig ter preventie waardoor de infectiedruk flink kan oplopen en men zelf ondanks preventieve maatregelen toch niet gevrijwaard blijft. Wat de praktijk leert is dat de duiven waar men wel het nodige heeft ondernomen ter preventie, sneller weer genezen zijn.

Trachten te voorkomen is nog altijd beter dan genezen.

Succes,

Peter Boskamp