Jonge duiven (3) - Preventieve aanpak


Vorige week besprak ik op deze plek het probleem dat het Circovirus jaar na jaar in toenemende mate begint te vormen. Dit door het scala aan ziektes die in de slipstream van dit virus voor problemen zorgen in periodes van stress. En stress is er natuurlijk zodra er begonnen wordt aan de opleervluchten. Maar ook melden zich meer en meer liefhebbers die melding maken van grote verliezen aan huis. Maar ook jonge duiven die niet willen vliegen en als makke lammeren op het dak zitten te pikken in de veren. Dat niet willen vliegen van de jonge duiven komen we natuurlijk al heel lang tegen. De laatste jaren maken de liefhebbers echter in toenemende mate melding van teleurstellende resultaten van kuren. Onderzoek bij de jongen maakt dus duidelijk dat een heel scala van ziekten aangetoond kan worden. Variërend van Streptokokken, Staphylococcen, Candida, Adenovirus, Paramyxovirus en het Herpesvirus.

Sinds ca 2005 zien zagen we in toenemende mate problemen met het Herpesvirus wat ons deed besluiten te gaan zien of het toepassen van een vaccinatie tegen dit virus bij kan dragen aan de oplossing van een deel van de problemen. We hebben inmiddels een groter aantal duiven dubbel tegen deze ziekte gevaccineerd. Daarbij valt op dat heel vaak melding wordt gemaakt van een opleving van de jongen na de vaccinatie. Ze worden gretiger, eten beter en hebben er meer zin in. Een verklaring is niet direct aanwezig. Dat zal nog nader bestudeerd moeten worden. Het betreft een

Jonge duiven (2)

Vorige week gaf ik al aan dat het Circovirus mogelijk gezien moet worden als de grote boosdoener achter het Jonge duiven Syndroom. Dit syndroom kan gezien worden als een verzameling van aandoeningen die voor een deel overlappende symptomen kan geven. De ernst van deze kwaal hangt in sterke mate af van de secundaire ziekten die de verschijnselen vooral helpen veroorzaken. Vanaf het begin van deze eeuw zagen we meer en meer dat de Adeno-coli zoals we die kenden vaak niet meer zo snel reageerden op de gebruikelijke medicijnen. Voorts zagen we dat de duiven die op een meer natuurlijke manier ondersteund werden minder last leken te hebben van de kwaal en doorgaans sneller reageerden op de medicatie.

Zo rond 2005 zien we een sterkere toename van het achterblijven van