Nieuwsbrief september 2014

Evaluatie

Het seizoen loopt weer ten einde. Voor menige liefhebber is het heel leuk geweest, voor anderen zwaar teleurstellend, ook al werd hetzelfde gehandeld als vorig jaar toen het mogelijk wel heel goed liep. Dat is duivensport, geen twee jaren zijn hetzelfde. Er kunnen altijd bepaalde factoren zijn die roet in het eten gooien.

Een opmerking die ik vaak verzuchtend gemaakt hoor worden is, dat het net is alsof er steeds maar nieuwe ziektes bijkomen. Dat zal best wel meevallen, maar zo eenvoudig als 25 jaar geleden is het inderdaad niet meer. Toen hadden we alles wel redelijk in de greep als we de coccidiose, wormen en het Geel onder controle hadden. Af en toe een kuur tegen de luchtwegen en klaar waren we. Maar niet meer vandaag de dag. Tenminste voor veel liefhebbers. Wat is er in die tijd veranderd?

Allereerst is het aantal duiven op de hokken sterk toegenomen. Hokken van meer dan 100 of 200 duiven zijn geen uitzondering meer. Om in te zien dat op deze hokken de infectiedruk sterk kan toenemen, hoeft men niet helderziend voor te zijn. Het is nu eenmaal zo dat als er meerdere mensen of dieren, al dan niet onder stressomstandigheden, bijeen komen er meer kan is op het verspreiden van infecties. Zeker richting wezens die een verminderde weerstand hebben.

 

Ten tweede is het zo gewoon geworden dat we door de jaren heen de duiven zijn gaan behandelen met medicijnen dat de zwakkere broeders het ook gered hebben. Veel van de natuurlijke selectie die in het verdere verleden gebruikelijk was is daarmee verdwenen.
Het omgekeerde zie je gebeuren bij liefhebbers die selectie tot hun belangrijkste ‘medicijn’ zijn gaan beschouwen. Op die hokken zien we de infectiedruk doorgaans afnemen. De populatie duiven op die hokken zijn na verloop van tijd minder gevoelig voor infecties. Komen op die hokken nieuwe of aangekochte duiven erbij dan redden die het vaak niet onder deze meer ‘Spartaanse’ omstandigheden.

Als derde zien we inderdaad door de jaren heen dat het lijkt alsof er nieuwe ziektes bijkomen en bestaande ziektes harder om zich heen lijken te slaan. Deels is dit volgens mij een gevolg van de verzwakking van de duiven door de permanente gift van antibiotica. Ik las recent een artikel dat dit voor een deel bevestigde. Het geven van antibiotica op jonge leeftijd bij mensen blijkt nog vele jaren na te werken in de darmflora van deze kinderen en daarmee in hun algemene weerstand.

Tot slot heeft zo rond de eeuwwisseling het Circovirus zijn intrede in de duivensport gedaan. Mogelijk dat deze infectie al langer speelde. We stellen immers vast dat er vaker infecties zijn die (nog) niet eerder zijn vastgesteld. Zoals bekend ondermijnt dit virus de algemene weerstand van de duiven waardoor de slagkracht van de duiven om infecties te lijf te kunnen gaan duidelijk afneemt. Allerlei infecties waar, met name, de jonge duiven amper last van hadden worden nu mogelijk tot een probleem. Om deze problemen in te dammen worden dan vaak maar weer medicijnen voorgeschreven en gegeven om erger te voorkomen en deelname aan het spelseizoen mogelijk te laten blijven. 

Het is dus duidelijk dat die aanpak weer leidt tot overleven van de zwakkere broeders waarmee we weer terugzijn bij de tweede reden van verzwakking van de duivenpopulatie als geheel. Kortom we hebben het zelf allemaal voor een groot deel in de hand. Sterker nog we veroorzaken veel van de problemen zelf. Daarbij hebben de goeden als zo vaak weer onder de kwaden te leiden. En als zo vaak worden degene die door hebben hoe dit patroon te verbreken vaak beticht van ‘geheime middelen’ omdat ze immers steeds beter beginnen te spelen.

Wat het geheim dan is? Selectie. Selectie en nog eens selectie. Daarbij helpt het om het niveau van de algemene weerstand op een dusdanig peil te brengen dat de infectiedruk minder gevoeld wordt. Juist dus niet door de duiven vol te stoppen met medicatie maar door te kiezen voor een meer natuurlijke aanpak.
Als dierenarts kan ik me natuurlijk net zoals de meeste van mijn collega’s beperken tot het voorschrijven van medicijnen. Zieke dieren beter maken. Daar zijn wij dierenartsen voor opgeleid. Onlangs werd ik geïnterviewd voor het landelijke dierenartsenblad. Ik maakte toen gebruik van de gelegenheid om aan te geven dat we als dierenartsen in zijn totaliteit ergens te kort schieten als we het daarbij laten. Niemand die ons iets kwalijk neemt. Immers het is altijd geaccepteerd geweest dat dierenartsen alleen maar dieren beter hoeven te maken.

Maar ik ben van mening dat het ook een taak van dierenartsen is om adviezen te geven en maatregelen aan te dragen of te nemen om te voorkomen dat de dieren ziek worden. Voorkomen is nog altijd beter dan genezen. Dat is dan ook het uitgangspunt van onze kliniek sinds jaar en dag. Als liefhebbers bij ons komen met zieke duiven dan zullen we alles uit de kast proberen te halen om ze beter te maken. Maar dat zien we niet als eindstadium, maar eerder als vertrekpunt. We stellen ons tot doel vanaf dat punt preventief te handelen waarbij we enerzijds met preventieve entingen, waar mogelijk, ziekten voor blijven. Daarnaast geven we adviezen en raadgevingen om met een natuurlijke aanpak de weerstand op een hoger plan te brengen om zo te voorkomen dat de duiven weer onnodig snel ten prooi vallen aan een (volgende) ziekte.

Bijkomend voordeel is dan dat de duiven hun energie kunnen steken in de opbouw van de vorm. Energie die ze anders moesten steken in het herstel van het lichaam na de doorstane ziekten. Als aan beide voorgaande zaken is voldaan dan komen we in de gelegenheid om sportmedische begeleiding toe te passen zoals we die de laatste zeven jaar hebben ontwikkeld. Het is gebleken dat met natuurlijke middelen de conditie en de vorm van de duiven zodanig ondersteund kan worden dat ze tot grotere prestaties in staat zijn. De praktijk wijst dat uit. 

Zoals zo vaak in de duivensport gaat dan rond dat wij speciale sportmixen hebben. Veel duivenliefhebbers die het zelf allemaal wel zeggen te weten zoeken dan vergeefs hiernaar op onze websites of bellen er voor op. Het is dan niet zo dat we flauw willen zijn door deze dan niet te willen leveren. Maar waar het om gaat is dat de duiven eerst in een optimale gezondheidssituatie gebracht dienen te zijn om maximaal resultaat te behalen. En dat wil ik dan met eigen ogen gezien hebben of het zinvol kan zijn.

Zoals zo vaak zijn er ook wat dit betreft liefhebbers die menen dat ze alles in de grip hebben en een controle van de duiven onzin vinden.
Als dergelijke aanvullende preparaten niet werken dan ligt dit natuurlijk aan de preparaten en niet aan hun eigen hokblindheid. Dit mag overkomen als een boude uitspraak. Maar na ruim dertig jaar in de duivensport rond te lopen weet je wel hoe de zaken werken.

In een vorige nieuwsbrief schreef ik al dat de prijzen voor het komende jaar nu gemaakt worden. Dit houdt in selecteren en zorgen dat de duiven niet alleen gezond maar ook optimaal de rui doorkomen. Verwaarlozing van de ondersteuning van de rui vraagt zijn prijs het komende jaar. Ook dit is iets wat die ‘goede’ liefhebbers door hebben, maar waarschijnlijk geen woorden aan vuil maken omdat het zo logisch is. Maar hoeveel liefhebbers zijn er niet die de komende maanden hun blik op iets anders richten dan de duivensport en de optimale verzorging op een laag pitje zetten. Macht der gewoonte.
Twee kleine adviezen zijn voor de komende periode: zorg dat U de duiven optimaal door de rui krijgt. Vele liefhebbers maakten al gebruik van de ruiaanbieding zoals die vorige maand in de nieuwsbrief stond. We verlegen deze daarom dan ook voor deze maand.

Het tweede advies is: verzamel mest als de duiven op het einde van de rui komen gedurende een periode van vijf dagen en laat een mengmonster hiervan op de aanwezigheid van uitscheiders van de Salmonella bacterie onderzoeken voordat U weer de door velen als normaal beschouwde blinde paratyfuskuur geeft.
Dan nog een advies voor de kweekperiode die komen gaat. Overweeg eens om de kweeksupport en de kweekolie die we ontwikkeld hebben samen te geven. Ik kan het aantal mensen die me meldden dat ze de jongen 1-2 dagen eerder moesten ringen niet meer op de vingers van mijn handen tellen. En uit eigen ervaring zie ik ook dat de jongen prachtig opkomen in de schotel. Zelf geven we dan ook nog de Basis T erbij. Spuiters hebben we sindsdien al helemaal niet meer gezien.

Tot slot nog een opmerking om de evaluatie af te sluiten. We zagen dit jaar toch ook weer duiven die subklinische paramyxo hadden. Deze duiven waren dan allemaal een keer gevaccineerd. Dubbel enten is dan ook ons advies. En als U dan toch bezig bent combineer het dan met Herpes. U en uw duiven varen er wel bij, met doorgaans minder verliezen en minder luchtwegproblemen. Door de kwekers minimaal 3 weken voor de kweek gevaccineerd te hebben krijgen de jongen de beste bescherming mee in de start van hun leven.

Succes,

Peter Boskamp