Nieuwsbrieven 2010

Samen sterker

In de loop van de tijd krijg ik regelmatig diverse onderwerpen aangereikt met het verzoek daar in mijn nieuwsbrieven aandacht aan te besteden. Adenocoli, Herpes, Streptococcen, Ornithose enzovoort.

Ik geef hier dan ook regelmatig gehoor aan. Maar in deze nieuwsbrief wil ik toch nog eens de nadruk leggen op de noodzaak te investeren in gezondheid van de duiven in plaats van af te wachten tot de duiven ziek worden, waarna met een of ander medicijn getracht wordt de schade te herstellen en erger te voorkomen.

Ook wordt me met regelmaat de vraag gesteld of ik dan wel kan garanderen dat de duiven niet ziek worden als men de natuurlijkere aanpak gaat volgen. Ik zeg dan volmondig dat ik dat niet kan. Dat zou te mooi zijn om waar te zijn. Ook wordt me nog wel eens verweten dat ik ‘toch ook’ medicijnen voorschrijf. Ik krijg dan de neiging om me achter het oor te krabben, maar meestal steek ik toch weer van wal om uit te leggen dat Keulen en Aken niet op een dag gebouwd zijn. En dat de resultaten van deze andere


Circovirus

Dit virus staat in de belangstelling sedert circa 2000. Het is een virus dat het immuunsysteem van de duiven aantast. De mate waarin dit gebeurt hangt mede af van het tijdstip waarop de besmetting plaats vindt. Het is makkelijk voor te stellen dat de gevolgen groter zullen zijn als dit in een vroege levensfase van de duif gebeurt. Het hele immuunsysteem is zich dan immers nog aan het ontwikkelen. Als duiven heel vroeg in het leven besmet wordt dan is de kans dat ze zullen sterven aan ziekten die hen normaal weinig of niets doen veel groter. De jongen zullen slecht opgroeien omdat veel energie die normaal voor de opbouw van het lichaam gebruikt worden kan nu zo goed en zo kwaad als maar kan, gebruikt worden voor de afweer tegen de belagers.

Naarmate de aanval van het virus later komt zal het afweersysteem al verder ontwikkeld zijn en

Halverwege het jaar

Als we zo halverwege het jaar kijken naar de ontwikkelingen op medisch gebied in de duivensport dan zien we dat een aantal virussen de gezondheid van de duiven behoorlijk in de weg zit. Virusinfecties verzwakken de duiven vaak in dergelijke mate dat secundaire bacteriële infecties vrij spel krijgen. Deze laatste geven dan vaak pas de ernstige symptomen die tot ingrijpen aanzetten. Maar zolang de achterliggende virale oorzaak niet onder controle te brengen is, is het veelal dweilen met de kraan open.

In februari waren er al ernstige uitbraken van het herpesvirus met behoorlijke sterfte onder de jongen.

Eind mei waren er de eerste duiven met pokken in de praktijk. Afgelopen week kwamen berichten uit Duitsland over een

Herpesvirus (2)

Achtergrond van het virus

Het herpesvirus staat wetenschappelijk bekend als DHV1. Veel van de infecties met het herpesvirus verlopen subklinisch. Er zijn veel duiven latent besmet met het herpesvirus.

Herpesvirussen kunnen zich terugtrekken tot langs de zenuwbanen. Ze kunnen daar als het ware in rust gaan. De dieren zijn dan zgn. latent besmet. Deze duiven hoeven dan ook absoluut geen ziekteverschijnselen te vertonen. Als er echter (kortstondige) stress optreedt kan het virus zich plotseling gaan manifesteren. De duiven kunnen als de weerstand niet hoog genoeg is dan de typische

Herpes-virus (1)

Aan het Herpes-virus heb ik al meerdere nieuwsbrieven gewijd. Toch blijven er heel vaak vragen over binnenkomen. Zeker nu de omvang van de uitbraken duidelijk lijkt toe te nemen. Genoeg reden dus om deze vervelende kwaal opnieuw in het voetlicht te plaatsen.

Ik wil deze keer echter vooral een praktische benadering kiezen, zodat het verhaal minder ‘een ver van mijn bed show’ is. Want menigeen heeft bij zijn duiven te maken met dit virus zonder dat men het zelf weet of in de gaten heeft. Het enige wat op kan vallen is dat de duiven niet goed willen trainen ondanks dat men er alles aan gedaan lijkt te hebben om ze in de juiste vorm te krijgen.

Waar we sinds 2005 zo rond eind mei en juni de meeste gevallen zagen bij vooral de jonge duiven waren dit jaar de eerste uitbraken al in februari te zien. Deze gingen gepaard met behoorlijke verliezen.

Bij sommige liefhebbers kregen de jongen nagenoeg allemaal de typische